Mannes Hofsink (*1981) is als cantor-organist verbonden aan de Nieuwe Kerk te Groningen. Daarnaast is hij stadsbeiaardier van Meppel, dirigent van koorvereniging Wijker Kunst en het Meppeler Mannenkoor. Ook heeft hij een concert- en lespraktijk. 

Mannes studeerde orgel 1e fase en kerkmuziek bij Gijs van Schoonhoven aan de Saxion Hogeschool te Enschede, afdeling conservatorium. Orgel 2e fase studeerde hij aan de Messiaen Academie bij Cor Ardesch en eveneens bij Gijs van Schoonhoven, koordirectie aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen bij Louis Buskens en beiaard (Bachelor en Proficient of Carillon) aan het Carillon Instituut Nederland bij Boudewijn Zwart. Geruime jaren coachte organist Toon Hagen hem op het gebied van improvisatie en interpretatie. Ook nam hij deel aan enkele studieweekenden van de Leadership Academy Conductors. Momenteel volgt hij incidenteel improvisatielessen bij organist Hayo Boerema.

Als koorbegeleider voerde hij diverse grote koorwerken uit, zoals het Requiem van Duruflé, de Petite Messe Solennelle van Rossini, het Gloria van Poulenc en Ein Deutsches Requiem van Brahms. In deze hoedanigheid maakte hij concertreizen naar Engeland, Zweden en Most (CZ).  Hij voerde het complete oeuvre voor beiaard uit van de Dordtse componist Kors Monster tijdens het gelijknamige festival in Dordrecht. Dit oeuvre wordt gerekend tot de moeilijkst speelbare muziek voor beiaard. Als concertorganist nam hij deel aan een uitvoering van Simeon ten Holts Canto Ostinato, vertolkte de Grote Orgelmis van J.S.Bach en nam een CD op getiteld: Concertare. In zijn functie als cantor-organist voerde hij met een professioneel gezelschap Bachcantates uit tijdens cantatediensten. Tot slot dirigeerde hij verschillende koorwerken, zoals Eternal Light van H. Goodall, Stabat Mater van Pergolesi, Oratorio de Noël van C. Saint-Saëns, Bachs Johannes Passion, Ein deutsches Requiem van Brahms en de Mariavespers van Monteverdi.